Terug naar Gele Rijders

 

MOBILISATIE TIJDENS WERELD OORLOG I

 

Laten we terugkeren naar de "actualiteit":

 

Toen in 1914 de expansiedrift van het Duitse Keizerrijk gevaarlijke vormen aan ging nemen besloot de minister van oorlog tot een algemene mobilisatie. Dienstplichtige- en reserve-officieren werden opgeroepen en vele paarden werden gevorderd. De minister besloot tevens tot het samenstellen van een extra Brigade, waarvan een deel belast zou worden met de grensbewaking.

 

Om aan dit doel te beantwoorden werd eerst de A.M.T. (Artillerie Munitie Trein) opge­richt, een onderdeel dat niet alleen het vervoer van de munitie, maar ook het vervoer van ander materieel en manschappen regelde.

 

Op 8 augustus 1914 was men met de samenstelling van de extra Brigade - welke zou fungeren onder de naam CAVALERIE-BRIGADE - gereed. Zij bestond uit 4 regimenten huzaren van elk 3 eskadrons met de batterijen 1A en 2B van het Korps Rijdende Artillerie.

 

HET KORPS RIJDENDE ARTILLERIE

 

                              ( - STAF

                              (                                                    ( - 1e eskadron

                              ( - 1e Regiment Huzaren                    ( - 2e eskadron

                              (                                                    ( - 3e eskadron

                              (

                              (                                                    ( - 1e eskadron

                              ( - 2e Regiment Huzaren                    ( - 2e eskadron

                              (                                                    ( - 3e eskadron

                              (

                              (                                                    ( - 1e eskadron

CAVALERIEBRIGADE    ( - 3e Regiment Huzaren                    ( - 2e eskadron

                              (                                                    ( - 3e eskadron

                              (

                              ( - Mitrailleursectie van het 3e Regiment Huzaren

                              (

                              ( - Korps Rijdende Artillerie                ( - 1e batterij = 1A

                              (                                                    ( - 2e batterij = 2B

                              (

                              (                                                    ( - 1e eskadron

                              ( - later versterkt met Wielrijders       ( - 2e eskadron

                                                                                   ( - 3e eskadron

                             

 - 4e Eskadrons werden Divisie rskadrons

 

 - 3e Regiment Huzaren à 3 eskadrons ter beschikking van IIIe Divisie

 

Als extra versterking werden er nog eens 3 eskadrons wielrijders aan toegevoegd.

Deze batterijen van het Korps Rijdende Artillerie zijn de "Gele Rijders". Waarom deze naam?

Zoals we al in het voorafgaande lazen droegen de "Gele Rijders" een donker jack, "dolman" geheten, die rijk versierd was met goudgele tressen. Aan deze versieringen danken zij de naam "Gele Rijders", als tegenstelling met de andere huzaren.

 

 

Afb.8  1e Eskadron Wielrijders in marscolonne, toegevoegd aan de Cavalerie Brigade

 

GRENSBEWAKING

 

Vanuit Arnhem, waar ook de opleiding van de recruten plaatsvond, werden de staf en de batterijen 1A en 2B per trein via Den Bosch naar Liempde gedirigeerd. Later vond inkwartiering van het Korps Rijdende Artillerie plaats in Goirle. In oktober werd Breda aangewezen als legeringsgebied en daar bleef het Korps tot in juni 1916.

Per 27 juni 1916 werd Breda verlaten en werd afgemarcheerd naar Oisterwijk, waar de nacht werd doorgebracht. De dag daarop trok het Korps door de zware moerassige ter­reinen tussen Oisterwijk en Boxtel naar Schijndel. Hier zouden de staf en de twee bat­terijen blijven tot het einde van de eerste wereldoorlog.

 

De overige regimenten van de Cavalerie-Brigade werden ondergebracht in de omgeving. Zo werd in Sint Oedenrode het 2e Regiment Huzaren gelegerd, het 3e Regiment Huzaren in Veghel en het 4e Regiment Huzaren aanvankelijk in Uden, later in Oisterwijk.

Kolonel Bergansius sprak zijn bijzondere waardering uit voor de batterij-commandan­ten Kapitein Haitsma Mulier en Kapitein Pels Rijcken voor deze prachtig geslaagde - zeer zware - afmars van het K.R.A. De Cavalerie Brigade was hier gelegerd ter ondersteuning van de grensbewaking.

 

AANKOMST SCHIJNDEL

 

De eerste militaire nota die in Schijndel arriveerde was een lovend schrijven van de Generaal-Majoor Pierpers, gedateerd 1 juli 1916, waarin hij zijn bijzondere tevreden­heid betuigt over de verrichting afgelegd tijdens de oefening op 28 juni jongstleden bij het overtrekken van de brug bij Balsvoort.

 

"Het terrein waarop bij dien overtocht de batterijen, geheel op oorlogsvoet bepakt, zich hebben moeten bewegen, was van dien aard dat slechts krachtige, goed geoe­fende en goed op adem zijnde bespanningen, oordeelkundig gereden, die ver­richting hebben kunnen geven". (G.K.R.A. Rambonnet, blz. 89).

 

NIEUWE GEZICHTEN

 

Er vonden ondertussen nogal wat mutaties plaats. Aan de batterij 1A werden toege­voegd: Kapitein J.E. Haitsma Mulier, 1e Luitenant O.L. Eschauzier en reserve 2e Luitenant baron W.F.F. van Verschuer.

 

 

Afb.9  "Stuk" van de Batterij 1A, waartoe o.a. de latere dorpsgenoot Stef Peters behoorde, in stelling.

Staande links de Batterijcommandant Kapitein Haitsma-Mulier, een van de eerste officieren die als Batterijcommandant zijn tijdelijke standplaats in Schijndel kreeg toegewezen.

 

Aan de batterij 2B werden toegevoegd: Kapitein C.C. Pels Rijcken, 1e Luitenant P.H. Schoute - die in opleiding was voor adjudant - en reserve 2e Luitenant Jonkheer H.A. Graswinckel, die echter vrij spoedig vervangen werd door Kornet G.J. van der Flier. Afbeelding 10 is een reproductie van een wat gehavende foto waarop vrijwel de mees­te officieren staan die in Schijndel een functie hadden.

Deze foto troffen we aan in het archief van het Museum K.R.A. te Arnhem.

 

 

Afb.10 - Zittend v.l. n. r.: Kapt. Adj. jhr. K.E Quarles van Ufford, Kapt. ].E. Haitsma Mu/ier,

Luitenant Kolonel C.E. Band, Kapt. C.C. Pels Rijeken, Kapt. Kwartiermeester L.M.E.G. Knage.

Staand v.l.n.r.: 1e Luitenant O.L Eschauzier, Paardenarts 2e Kl. A. Kuipers,

Res. 1e Luitenant F.A.].C Baron van Voorst tot Voorst, res. 2e Luitenant WEE Baron van Verschuer;

 2e Luitenant jhr. H.G.A. Quarles van Ufford, res. 2e Luitenant jhr. H.A. Graswinckel,

 Off. v. Gez. 1e Kl. H.S. van der Stempel, Kornet W.W.E. von Hemert.

 

PERIODE SCHIINDEL

 

Eind juni 1916 begon voor Schijndel dus de "roemruchte" periode van de "Gele Rijders".

Ruim tweeëneenhalf jaar hebben die "Gele Rijders" het sociale en maatschappelijke leven van de Schijndelse bevolking ten dele beïnvloed. Maar ook economisch gezien was Schijndel er niet slecht mee en zeer zeker de hotels en café's niet.

Vooral ook de kwartiergevers pikten zowel letterlijk als figuurlijk een graantje mee. Vele artikelen, o.a. voedsel, petroleum producten, verlichting enzovoort begonnen schaars te worden en via de "Gele Rijders" kon er in noodgevallen wel wat "gematst" worden (vol­gens de oude schaapherder van de Sangen).

Het korps werd gecommandeerd door Luitenant-Kolonel Baud.

 

 

Afb.11 Luitenant-Kolonel Baud

Korpscommandant 1 april 1913 – 15 maart 1918

 

Het korpsbureel werd gevestigd in het "Tramstation" van Toontje van Veghel - in de Hoofdstraat, toen nog "De Groote Straat" genoemd.

 

 

Afb.12  Het korpsbureel te Schijndel, 21 februari 1918.

Adjudant-onderofficier Adm. ].].H. Schmitz met personeel van den Korpsstaf.

 

De manschappen en officieren lagen verspreid over heel Schijndel en Wijbosch. Velen van hen waren - al dan niet met paard - ingekwartierd op de boerderijen.

Een van de commandanten huisde in de woning van Jan van de Schoot, die gelegen was naast de pastorie van de parochie Wijbosch.

Volgens dezelfde bron waren er ook "Gele Rijders" gelegerd in de boerderij van de kin­deren Smits, evenals op de boerderijen van Antoon Smits en Marinus van Galen. Deze stonden op de kruising Wijbosschweg - "Kaoistraot" (nu de Pastoor van Vroonhovenstraat) en het Kapeleind. De "Gele Rijders" waren toen druk doende op "De Hoog Ekkers", het "d'Eerdspedje" en "de Stelvaors".

De Stelvaors lag op het punt waar nu de graasweiden van dierenarts N. v.d. Meer gelegen zijn. Onze bron (Antoinette van de Wijdeven) noemde vervolgens ook nog de boerderij van Janus van de(n) Boogaard.

In de Beemd moeten ook "Gele Rijders" vertoefd hebben, althans er waren paarden gestald op de percelen die toebehoorden aan Nol van den Brand. Die percelen lagen daar waar nu het kerkhof van de St. Servatiusparochie (centrum) gelegen is. (bron: Noud Hermes)

 

Nogal wat "Gele Rijders" waren ingekwartierd in 't Elschot.

Onze informatiebron Andries van den Boogaard noemde de boerderijen van Jan Habraken, Janus Verhagen en Toontje van Zoggel in de Lariestraat. Verder in de boer­derijen van Hannes van Kasteren, Marinus Mettler, Doedee, Jan Westelaken en Harrie van Liempd, welke allen in de Hopstraat gelegen waren.

 

Van het centrum is bekend dat er "Gele Rijders" bij het Tramstation (Toontje van Veghel) lagen (AvdB).

De officieren lagen veelal in Hotel de Zwaan, toen in het bezit van de familie Gooijaarts en daarom ook wel aangeduid als Hotel Gooijaarts. Daar was de zogenaamde "officiers­mess".

 

 

Afb.13  De officiersmess

 

Een veel geziene gast, volgens Mien Hermes - van Veghel, was ook Kapitein-Adjudant Jonkheer H.G.A. Quarles van Ufford.

 

 

Afb.14  Kapitein-Adjudant Jhr. K.E. Quarles van Ufford

 

Quarles van Ufford stamt uit een adellijke familie. Een van zijn voorouders was Mr. Wilem Quarles van Ufford. Mr. Wilem was in 1789 heer van het kasteel de Grote Ruwenberg, zo lezen we in het boek "Sint-Michielsgestel, een histori­sche verkenningstocht" (Heesters - Rademaker).

Tot deze familie behoorde ook H.G.A. Quarles van Ufford die we elders nog tegen zullen komen.

 

 

Op afbeelding 15 zien we hem nogmaals, zittend links. Hij is daar in gezelschap van Kapitein J.E. Haitsma Mulier.

Staande zien we nog (van links naar rechts):

1e Luitenant O.L. Eschauzier, daarnaast de paardenarts 2e klas A. Kuipers en de reserve 1e Luitenant Baron F.A.J.C. van Voorst tot Voorst, een indrukwekkende persoonlijkheid zoals we zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afb.15  Officieren

 

 

Bij al deze namen mogen we zeker de 1e Luitenant P.H. Schoute niet vergeten, die van­uit het 1e Regiment Veld-Artillerie overgeplaatst werd naar het K.R.A. en daarvoor op 3 augustus 1916 geïnstalleerd werd.

 

 

Afb.16  Installatie

 

Hij bleef tot het einde van de 1 e Wereldoorlog in Schijndel en voerde in november 1918 het bevel over een detachement dat in Haarlem bijstand moest verlenen. (zie hoofdstuk Troelstra) .

 

 

Afb.17  1e Luitenant P.H. Schoute

 

Op afbeelding 18 ziet u de Gele Rijder Korporaal van Goor, afkomstig uit Sonsbeek. Vol trots toont hij zijn kwartieradres, dat hij "Villa Klein Sonsbeek" noemde. Het was de woning van de familie Jan van Doremalen naast het Moederhuis van de Zusters. Later is daar het gedeelte van het Internaat gebouwd, waar de kwekelingen werden opgeleid. (bron: Nard van Doremalen)

 

 

Afb.18  Villa Klein Sonsbeek

 

 

Afb.18a  Korporaal van Goor

 

In de mobilisatie periode lag de woning van de familie van Doremalen aan "de Kloosterpad" die uitkwam in de Groote Straat tussen Jan van Vroonhoven en slagerij van Rooij.

(nu Hoofdstraat, Marskramer, slagerij van Rooij)

 

 

In "Den Heikant" lagen ook nogal wat "Gele Rijders". Men moet "Den Heikant" van toen niet vergelijken met de Heikantstraat van nu. In het Schijndel van toen eindigde de Groote Straat ongeveer op het punt waar nu fotohandel F. Keetels zit (Molenstraat). De Groote Straat splitste zich daar in de Wijbosscheweg en de Rooisendijk. Vanaf dat punt heette het toen "Den Heikant". Daar stond ook een flinke boerderij met stallen van van Grinsven, waar nogal wat "Gele Rijders" met hun paarden waren ingekwartierd. Overigens had van Grinsven een mandenmakerij annex winkel.

Een van de daar gelegen "Gele Rijders" was Stef Peters, afkomstig van Millingen aan de Rijn. Hij was trompetblazer en tevens "oppasser" van een van de officieren.

 

 

Afb.19  "Den Heikant" rond het eerste kwartaal van deze eeuw.

Het huis links stond er in 1915 - 1919 nog niet, Boven dat huis is de romp te zien van de molen uit de Molenstraat.

 De gevel waarop het reclamebord beves­tigd is behoort tot de winkel-klompenmakerij

 van de fam. Frans Mathijssen (nu foto Keetels).

Naast de hoogste bomen is rechts nog een deel te zien van het pand van van Grinsven,

waar onder andere Stef Peters was ingekwartierd.

 

 

Afb.20  Stef Peters in vol ornaat hoog te paard gezeten,

met op de achtergrond de gevel van de boerderij van van Grinsven.

 

In en om Schijndel waren er gedurende de jaren 1916 - 1919 nogal wat aktiviteiten. Het africhten van de paarden vond onder andere plaats in de St. Servatiussstraat, op het veldje achter het Protestantse Kerkje (Bloemenkerkje). Het patronaat deed dienst als magazijn. Daar werden de materialen uitgedeeld, evenals het hooi en de haver voor de paarden (AvdB). Wagonladingen stro en voer werden aangevoerd per spoor, zoals hieronder te zien is.

 

 

Afb.21  Station Schijndel

 

Oefeningen werden er vanzelfsprekend ook gehouden. Onderstaande afbeelding getuigt daarvan.

 

 

Afb.22  Deze foto is waarschijnlijk gemaakt in de tuin van hotel Gooijaarts.

 

 

De term "bezuinigen" kende men schijnbaar toen ook al. Deze afbeelding toont ons een halve foto, waarop Stef Peters aan de achterzijde zijn groeten overbrengt aan ouders, broers en zussen.

Zeer waarschijnlijk is deze foto gedeeld met een van zijn maten die op de andere helft stond. De tekst aan de achterzijde is geschreven nadat de foto in twee helften is gedeeld.

 

 

Afb.23  Stef Peters in werktenue, staande 4e van rechts

 

Naast de plaatselijke oefeningen werden er ook grootscheepse oefeningen, ofwel manoeuvres gehouden:

In augustus 1916 vonden er schietoefeningen plaats op de Schaijkse heide. Van 15 tot en met 17 augustus was er een grote oefening in Grave.

Op 28 augustus 1916 marcheerden de batterijen via Son en Geldrop naar Heeze, waar overnacht werd. De volgende dag ging men in alle vroegte (3.45 uur) weer op mars om via Leende en Maarheeze Weert te bereiken. Men kwam daar om 11.00 uur voor de middag aan. Dezelfde dag vond de terugtocht plaats, weer via Heeze waar men de nacht doorbracht. De volgende dag ging het "huiswaarts"; na een mars van 6 uur arriveerde men weer in SchijndeL

In het oosten van Noord-Brabant vond er van 22 tot en met 26 september een grootse manoeuvre plaats. Deze zou volgens Kapitein Rambonnet de grootste zijn die ooit in Nederland was gehouden en wellicht ooit gehouden zou worden.

De Cavalerie Brigade was de eerste dag ingekwartierd te SchijndeL De tweede nacht werd Schijndel echter bezet door "de vijand". De hier gelegerde batterijen trokken naar het zuiden terug en belandden in Son en BreugeL

's Avonds echter werden Son en Breugel ook door de 5 R.I. bezet en moest de Cavalerie Brigade doormarcheren naar Stratum. Ook Veghel was bij deze manoeuvre betrokken geweest.

(Een goed en spannend verslag van deze oefening is weergegeven in het boek "Geschiedenis van het Korps Rijdende Artillerie" van H.G. Rambonnet, pag. 91 en 92).

 

 

Afb.24  Oefening in Veghel

 

Grootscheepse oefeningen vonden ook nog plaats op de Schaijkse heide en op de Vresselsche heide.

De oefening in Schaijk zou worden verfilmd en in de zogenaamde legerfilm worden opgenomen. Door het bar slechte weer kon deze verfilming echter niet doorgaan. Van 7 tot en met 9 november zou men het nogmaals proberen. Weer was het weer slecht, maar het filmen ging toch door.

 

 

Afb.25  Algemene manoeuvres in Noord-Brabant

Op de achterzijde van de foto staat: "Schijndel 1917 H. Polman Didam"

 

Op 1 november nam de batterij 1A deel aan een oefening van de huzaren in de Hazeputten (Nijnsel). Deze oefening werd bezocht door H.M. Koningin Wilhelmina.

 

 Terug naar Gele Rijders